Hand in hand
‘De dood is ons vergeten’, zeiden mijn opa en oma al een paar jaar. ‘We zien ‘m staan, om het hoekje, maar hij klopt maar niet bij ons aan.’ Dus besloten ze om dan maar samen naar hém toe te gaan. Half november zijn ze samen ingeslapen. Hand in hand, precies zoals ze wilden. Ruim zeventig jaar deelden ze lief en leed – en nu ook de dood.
Daar ging natuurlijk wel het een en ander aan vooraf. Een jaar daarvoor, toen oma’s zus zichzelf voor haar honderdste verjaardag een euthanasie-aanvraag cadeau deed, was zo’n zelfverkozen dood nog ondenkbaar. Toen haar laatste wens werd gehonoreerd en vervolgens ook uitgevoerd, was dat voor opa en oma moeilijk te begrijpen. Hoe kon je zo’n stap nemen en je kinderen en kleinkinderen achterlaten? Maar in een jaar tijd is veel veranderd.
De dood zat ze niet op de hielen
Afgelopen zomer brak oma haar heup, waarna de fysieke aftakeling snel doorzette. Half oktober werd duidelijk dat een wond aan haar voet dusdanig geïnfecteerd was dat die op korte termijn haar het leven zou gaan kosten. Tenzij haar voet geamputeerd zou worden, maar daar kon volgens oma op haar 95e toch echt geen sprake meer van zijn. Ze moest toch érgens aan overlijden? En zo was haar doodvonnis getekend. Hoe lang het nog zou duren, kon niemand precies zeggen, maar het nieuwe jaar zou ze zeker niet halen.
Ondertussen stiefelde opa (96) maar door. Echt soepel ging dat niet: hij was al jaren hardhorend, hij proefde niks meer en zijn evenwicht was ook niet meer wat het geweest was. Maar de dood zat hem niet bepaald op de hielen. Terwijl hij juist degene was die het meest klaar met het leven was. Waar deed hij het allemaal nog voor? Eigenlijk alleen om ‘zijn meissie’ bij te staan. Haar wilde hij niet achterlaten. Maar hij wilde ook niet zelf achterblijven als zij zou gaan. En zo besloten ze samen te gaan.
Euthanasie
Toen duidelijk was dat oma’s einde in zicht was, vroegen ze beiden bij Expertisecentrum Euthanasie actieve levensbeëindiging aan. Met dank aan een groot aantal hulpverleners werden beide aanvragen gehonoreerd, waarna plotseling die ene datum vastlag. Opa stond bijna te trappelen om te gaan, oma had het er soms nog wat moeilijk mee. Was het niet beter als ze zouden scheiden? Dan zou zij rustig gaan en kon hij ergens anders een nieuw leven opbouwen. Maar daar kon volgens hem geen sprake van zijn: hij wilde met haar mee. Dus zo sliepen ze op een druilerige dinsdagmiddag in, in het bijzijn van hun kinderen. Hij rechts in een fauteuil, zij links – zoals ze ook altijd naast elkaar in bed hadden gelegen.
Met elkaar, naast elkaar
Twee dagen daarvoor hadden de kinderen afgesproken met de uitvaartverzorger, voor wie deze situatie ook nieuw was. Hij luisterde aandachtig naar alle wensen en dacht goed mee hoe deze vervuld konden worden. Zo bleven opa en oma tot aan het allerlaatste eind samen. Ze werden na hun overlijden naast elkaar naar het uitvaartcentrum vervoerd, lagen naast elkaar opgebaard en zijn naast elkaar gecremeerd. In dezelfde oven was niet mogelijk, maar wel op hetzelfde moment. En steeds zoals zij het wensten: hij rechts, zij links.
De opbaarruimte was niet ingericht op twee overledenen, dus mochten de nabestaanden voorafgaand aan de dienst in de aula afscheid nemen. Ook na de dienst vroeg de bijzondere situatie om een kleine aanpassing: in de aula konden geen twee kisten tegelijk in de grond wegzakken. Daarom liepen de aanwezigen nog één keer langs de kisten voor een laatste groet, waarna de naaste familie afscheid nam. Toen iedereen de aula had verlaten zijn opa en oma naar de ovenruimte overgebracht.
Ondanks het grote verdriet kijkt de familie positief terug op het dubbele overlijden. Opa en oma hebben samen mogen gaan en hebben elkaar niet hoeven achterlaten. Zelfs na hun overlijden zijn ze bij elkaar gebleven. Precies zoals ze wilden: tot de dood hun scheidde – en zelfs nog wat langer.